Het staat online, dus moet het wel waar zijn, toch? Er is ontzettend veel op het internet te vinden en het is vrij gemakkelijk om in al deze informatie te verdwalen. In het tijdperk van nepnieuws, ChatGPT en andere AI-tools, is het niet gek dat we af en toe moeite hebben met de weg te vinden. Digitale kennis is een uitdaging voor zowel volwassenen als kinderen. In dit artikel vertellen wij hoe je kinderen kunt leren hoe ze online informatie kunnen verifiëren en een veiligere online ruimte kunnen creëren.

Aangezien iedereen online inhoud kan creëren, is het belangrijk om te verifiëren wat we zien en lezen. Zelfs foto’s of video’s zijn geen bewijs. Onlangs trapten veel mensen in een nepnieuwsbericht over een aardbeving die naar verluidt in 2001 plaatsvond. Maar al het “bewijs” was door AI gegenereerd.

De nepfoto’s zagen er zo echt uit dat veel mensen erin trapten. Het is heel gemakkelijk om op het eerste gezicht te geloven wat we online zien. Het misleidt niet alleen ons, maar ook autoriteiten, vooral als ze onder druk staan. Deze valse nieuwsberichten, hoaxen en misinformatie verspreiden zich als een lopend vuurtje. Ze zijn pakkend, clickbait-achtig en sensationeel. Mensen delen ze zonder eerst te verifiëren. Dus hoe kunnen we online informatie verifiëren? En hoe kunnen we onze kinderen hetzelfde leren?

Moedig kinderen aan om kritisch te zijn op wat ze zien

Onze “waakzaamheid” vergroten is de eerste stap om kinderen te leren hoe ze zich een weg kunnen banen door het online doolhof. Het is één ding om te kunnen herkennen of een stuk informatie echt of nep is, maar wanneer kinderen het vertrouwen hebben om kritisch te zijn op wat ze zien, voegt dat een extra laag toe aan hun digitale kennis. Vertel hen niet alleen wanneer iets onwaar is, geef hen daarnaast de mogelijkheid om er zelf achter te komen.

Leer kinderen:

1. Dat nepnieuws bestaat

Ze zijn zich er misschien niet eens van bewust dat dergelijke informatie op het web rondgaat. Laat ze voorbeelden zien, zoals het voorbeeld die we hierboven hebben genoemd. Leg uit waarom iemand zoiets online zou willen plaatsen.

2. Dat alleen omdat iets als eerste op Google verschijnt, het niet gelijk betrouwbaar is

Het is een veelvoorkomende misvatting dat de resultaten die als eerste verschijnen in een zoekmachine zoals Google automatisch de meest betrouwbare bronnen zijn. Zoekmachines rangschikken pagina’s niet op betrouwbaarheid, maar op hele andere factoren

3. Om meer te lezen dan alleen de titel

De titel is vaak misleidend, zelfs als het artikel of de video echt is. Lees niet alleen de titel, maar ook het hele artikel.

4. Om feiten te controleren

De titel is vaak misleidend, zelfs als het artikel of de video echt is. Lees niet alleen de titel, maar ook het hele artikel.

5. Om de URL te controleren

Herken je de naam van de site? Waarmee eindigt de URL? Wees op je hoede – sommige sites proberen zich voor te doen als legitieme bronnen (vooral sites die eindigen op .co).

6. Om op de inhoud van de site te letten

Voor wie is het geschreven? Is het betaalde inhoud? Bevat het links? Zitten er typfouten in de tekst? Hoe voel je je erbij? Je eigen gevoel bij een site of bron kan soms signalen geven over de betrouwbaarheid van een bron, vooral als iets “niet helemaal goed aanvoelt.”

Praat erover

Het is één ding om kinderen aan te moedigen om veilige gewoonten online te creëren. Maar het is iets anders om de gewoonte van het veilig denken te creëren. We zijn niet alleen consumenten van de online inhoud, maar ook de makers ervan. We kunnen kiezen wat we delen en wat niet. Zorg ervoor dat je met jouw kinderen praat over de mogelijke schade die ze kunnen aanrichten door schadelijke of onnauwkeurige inhoud online te plaatsen. Vooral op sociale media.

Lees dit artikel over hoe je ervoor zorgt dat je kinderen niet te veel te delen in de online wereld.

Leer spelenderwijs over de onderwerpen misinformatie, hoaxen en nepnieuws. Bekijk documentaires over hoe nepnieuwsartikelen worden verspreid en waarom ze zo populair zijn.